Nina was deelnemer van Plons. Een groep voor ouders met een persoonlijkheidsstoornis. Nina vertelt: ‘Ik was altijd bang dat ik geen goede moeder zou zijn. Hechting, ik wist hoe belangrijk dat is. Dat kinderen zich goed kunnen hechten aan hun ouders. Ik was zó bang dat mij dat niet zou lukken. Ik kon in paniek raken bij de gedachte dat ik zomaar heel boos zou kunnen worden. En dat ik de kinderen daarmee zou schaden’.
Tweeling
Een nieuwbouwhuis in een uithoek van Zwolle. Een jonge vrouw opent de deur. Nina heet ze en ze is 33 jaar. Aan haar been geklemd staat Isa, haar dochter van 2½. Twee blonde staartjes op een pienter koppie. Ze is de helft van een tweeling. Haar broertje Jim is nog met zijn middagslaapje bezig.
Jim is wakker geworden en Nina haalt hem naar beneden. Een guitig mannetje, dat al snel de clown gaat spelen. Samen met zijn zusje zorgt hij voor drie keer zoveel actie in de kamer.
De Plons-groep
Nina pakt de draad weer op: ‘Voordat ik de kinderen kreeg ben ik jaren in therapie geweest. Dat heeft mij enorm geholpen. Maar toen ik zwanger raakte veranderde mijn leven. Oude gevoelens kwamen weer terug. Die angst dat ik het niet áán zou kunnen, dat ik geen goede moeder zou zijn. Gelukkig was er toen die groep Plons. Daar heb ik zoveel geleerd. Bij voorbeeld: me verplaatsen in de beleving van zo’n klein kindje. Leren kijken naar jezelf, met de ogen van je kind. We leerden ook over de ontwikkeling van kinderen, over koppigheid en driftbuien en hoe je daar het beste op kunt reageren. Maar de nadruk lag op samen spelen met je kind, want vaak waren de kinderen er ook bij. Andere keren de partner. Er werden ook video opnames gemaakt van hoe je met je kindje omging. Die werden dan later besproken. Nee, dat was niet eng, de therapeuten waren altijd steunend, ze stelden de juiste vragen’.
In het echt
Nina moet even ingrijpen. De tweeling heeft namelijk een nieuw speeltje: stokpaardjes. Met de stok tussen hun beentjes hoppen ze vrolijk rond. Maar al snel gaan ze elkaar achterna zitten, ze rennen zwaaiend met de stokken de kamer door. De kerstboom loopt gevaar. Nina gebruikt een Plons-foefje: afleiden. Dat helpt. Even later zitten beide peuters zoet een mandarijntje te pellen. ‘Simpel toch’ lacht Nina, ‘het kan zo eenvoudig zijn’.
Ze wil nog wat kwijt: ‘In die groep leerde je ook hoe je je kind kunt troosten als het huilt, en hoe je je eigen emoties niet te hoog laat oplopen. Want als dat gebeurt heb je niet meer de rust om goed op je kind te reageren. Dan denk ik al gauw dat ze dingen doen om mij te pesten, maar dat is natuurlijk niet zo. Een kind heeft daar heel andere motieven voor. Ik heb ook heel veel gehad aan de contacten met de andere moeders. Je hoeft hun niets uit te leggen, ik heb er zelfs vriendinnen aan overgehouden. Ik ben heel blij dat ik deze therapie heb gedaan, ik weet niet hoe het anders was gegaan’.
Om privacy redenen zijn de namen van Nina en haar kinderen gefingeerd. De personen op de foto zijn niet Nina en haar tweeling